anno 1928 - 4  

 

 

 

Woensdag 2 oktober 1929 Ik moet mijn kribbe afstaan aan de laatste nieuwe in het gezin. Loekie, een jochie met zwart krullend haar,de enige in de familie die met zijn haarkleur afwijkt van de rest. Nu heb ik twee zusjes en twee broertjes, nou ja broertje de oudste is dan al flink uit de kluiten gewassen. Maar het voordeel was dat ik nu in een echt bed mocht slapen. Een houten ledikant met een harde stromatras, een zeiltje onder de molton onderlegger uit voorzorg dat ik er een waterbed van zou maken, staat opgesteld in het kamertje van mijn (grote) broer Wim Dat deze nieuwkomer ook een enorme omwenteling teweeg zou brengen in mijn prille leventje moest ik al vanaf de eerste dag ervaren. 428 Dagen verwend en vertroeteld door den gehele familie, buren, vrienden en kennissen, terwijl ik nu genoegen moet nemen met een tweedeplaats, dat komt hard aan. De adembenemende knuffels, het optillen, omhoog gooien, opvangen, het wiegen en schommelen alsmede de ontelbare kusjes, ach ik gun mijn jongste broertje die soms overdreven handelingen van dit huiselijke gepoespas. Ik hield me met andere dingen bezig, dingen die interessanter waren als m ’n rammelaar, m’n blokkendoos en teddybeer. “De Poes” die uitdagend voor mijn box heen en weer paradeerde schurend langs het traliewerk maakte rare kattensprongen als ik hem probeer binnen de box te halen.