eerste oefening 1947 - 6

 

 

 

 

 

                     

   

                                                                                                              

Donderdag 11 december
06.00 uur reveille: In de deur opening verschijnt een onderofficier, de sergeant van de week die zwaaiend met een dirigeerstokje of iets wat er op lijkt en brult met een onvervalst Grönnegs accent “Opstaan” gelijktijdig een roffel op de tafel gevend om zijn commando kracht bij te zetten.Niet alle staan gelijk naast hun sponde, één de Drenth zit er nog op de rand van zijn brits en staart gelaten voor zich heen, zonder dat de sergeant hem opmerkt.Als deze de kamer heeft verlaten en alle zich geheel volgens instructie aankleden in kazerne tenue, wassen en scheren, staat de turfsteker nog steeds tussen de stapelbedden in zijn onderbroek die hem als een dweil om zijn geraamte hangt. Drijfnat van de urine, zoals hij zelf bekent, staat hij te boek als een bedplasser. Even is het stil onder de bewoners van kamer 12 maar dan krijgt hij van alle kanten het advies om zich op ziekenrapport te melden. Zonder verder een woord te zeggen pakt hij zijn strozak die een onaangenaam geurtje verspreid en verdwijnt richting waslokaal

 

13

Daar wij gedurende veertien dagen in quarantaine geplaatst zijn, m.a.w de kazerne niet mogen verlaten blijft als enige recreatie de kantine. Snel zijn wat maten gevonden die klaverjassen,biljarten of met sterke verhalen hun belevenis van deze eerste dag onder de wapenen naar huis toe schrijven. Het is 23.00 uur als het avondappél op de kamer plaats vindt, alle zijn aanwezig, een laatste boodschap om 24.00 uur licht uit, Wel te rusten. Toch wel vermoeit van deze dag klim ik als hoogslaper in het etagebed, wentelend op de strobult om daar enig model in te krijgen, luisterend naar het hoogdravend gesprek wat gevoerd wordt tussen de twee Mokumers. De landbouwer snurkt, de Rotterdammer en de Kruikenzeiker discuteren wie het licht uit zal doen, en ik droom alvast, waaraan ik de welverdiende vijfenzeventig cent van vandaag aan uit kan geven.

 

8 J

aar na de invoering der dienstplicht, vastgelegd  door een wet op de schutterij uit 1809, worden wij na een kort komst woord, onder de krijgstucht gesteld. Ik onderga deze toezegging als mijn eerste communie, met weinig woorden wordt er veel gezegd, maar nog veel meer bedoeld.