Donderdag 26 januari Ik heb de dienst van kamerwacht overge no- men, één der makkers, die een af spraakje heeft gemaakt met een Utrechtse schone, gaat niet in op mij voorstel “Dat ik die afspraak na zal komen” dus rest mij alleen nog zijn dienst over te nemen. De maten hangen wat rond op de kamer en zoeken afleiding in.. na-tuurlijk er moet iets uitgevreten worden. Uit één der zakken van de Amsterdammer Gerrit Baars komt een losse flodder te voor- schijn en wat doet een soldaat met een losse flodder ? Het is rond 22.00 uur het raam wordt geopend …een knal snel het raam weer dicht en wachten op de gevolgen,die niet lang op zich lieten wachten.
De Officier van Piket, wachtcommandant en twee man van de wacht doorzoeken het gebouw, kamer voor kamer, ook kamer 12 ontkomt niet aan dit rechercheren. Als ik de kamer gemeld heb wordt de vraag gesteld “is er van hieruit geschoten”? De aanwe zige zijn muisstil, de off. van piket een Adjudant met meer dienstjaren als mijn levensjaren gaat regelrecht op het wapenrek af, neemt een geweer eruit en ruikt aan de loop, zet het weer terug en pakt de volgende en nog één. Dan wordt de stilte door broken,de Mokumer bekent dat hij het was die de losse flodder heeft afgevuurd en wijst zijn geweer aan dat als corpus delicten even besnuffeld wordt door de Adjudant. Het wachtcommando rukt in en de off van piket maakt enige aantekeningen. Als ik de kamer heb afgemeld en de stip is verdwenen wordt er druk gespe culeerd naar de gevolgen dezer operatie.
13
8 J
aar na de invoering der dienstplicht, vastgelegd door een wet op de
uit 1809, worden wij na een kort komst woord, onder de krijgstucht gesteld. Ik onderga deze toezegging als mijn eerste communie, met weinig woorden wordt er veel
maar nog veel meer bedoeld.