Het zijn de strijdmakkers Leo en Herbert het cavaleristen duo met de rugnummers 4 en 6 afgeleid van de regiment nummers uit de jaren 1814, 1815 (Even terug naar de school banken de gevechten bij Quatre Bras in juni 1815 en de 10 daagse Veldtocht in 1831) die de in een blauw kieltje getooide Freddy op een minder strelende manier van de bal zetten, die door Jan de voorzanger van het plaatselijke Shantykoor "de Krijsende meeuw" wordt onderschept en heel professioneel over de zijlijn wordt gewerkt. Het hoge tempo van het spel heeft verschillende spelers al parten gespeeld en van de zo veel geroemde dubbelpass is slechts het danspasje in ¾ maat overgebleven. Harry heeft inmiddels ingegooid, het is de libero Ab die met een lange pass rust weet te brengen in het strafschop gebied van de blauwe jongens.


Cor met de spitsnaam de Rooie die in zijn derigjaren dienstveband bekend heid verkreeg door zijn rode haardos wint het kopduel met Koos die een andere wending geeft aan de bal die verdwijnt over de zijlijn. In gooi door de nummer 11 Henkie (niet te verwarren met gekke Henkie) die met een steen worp de bal brengt waar hij hem had gedacht. Peer die de touwtje stevig in handen heeft grijpt naar zijn fluit die aan een bandje om zijn pols bengelt en met een draaiend handgebaar de nummer 11 tot het zichtbaar maken van zijn rugnummer tracht te bewegen. De pirouette en de daarbij opge voerde kniebuigingen en het kushandje richting publiek waarmede hij de show stal, worden beloond met de gele kaart.