anno 1928- 6    

 

 

Begin jaren dertig  staan te boek als de crisisjaren  Ook mijn vader is een van
de slachtoffers der werkloosheid  "
travailler ’pour le roi de Prus’ se"  (werken 
 zonder beloning)
  en  doet  er  alles  aan om zijn gezin te eten te kunnen geven.
Voor ons kleuters ging deze periode ongemerkt voorbij  Voor de ramen op een
zogeheten bloementafeltje  de Clivia in een rood  koperen pot, De poes op de
vensterbank,    De  Godin  potkachel  met daaromheen  een  droogrekje en de
Koekeroe  duif boven op de keukenkast  waren toonaangevend  voor een door
snee arbeiders gezin.        

 

 

 

 

Fotograaf onbekend

 

 

                   

Op vierjarige leeftijd doen mijn ouders voor een paar uur per dag afstand van mij. s-Morgens om 9 uur brengen ze mij naar een gebouw op de Noordwal. Hoewel ik nog niet kon lezen heb ik toch snel ontdekt wat er op dat  bord naast de ingang stand “BEWAARSCHOOL”     Hier werd ik in bewaring gegeven. Hier zetten ik de eerste stappen in het maatschappelijke leven Het “KAKSCHOOLTJE” zoals mijn oudste zuster het aanduiden, waarom? Later heeft ze mij eens verteld dat er kleuters bij waren die met een volle broek opgehaald werden. Een fantastische tijd, spelen met de blokkendoos, kleuren of buiten in de zandbak. waar je amoreel omging met de meisjes van je eigen leeftijd. Om vier uur werd ik weer opgehaald, hetzij door mijn moeder of door een van mijn zussen. die met een gewillig oor luisterden naar je belevenissen van deze dag. Twee jaar heeft dat geduurd een tijd om nooit te vergeten, alleen ik weet er niets meer van.